Snel zoeken Uitgebreid zoeken Site doorzoeken

Resultaten

Gevonden: 507 resultaten.

  1. Aan de stromen van Babylon zaten wij neer
    Verstomme mijn tong in mijn mond
  2. Aan U behoort, o Heer der heren
    (De aarde is des Heren)
  3. Aan wat op aarde leeft
  4. Aartsengel uitgezonden
  5. Al kon ik alle talen spreken
    (Lof der liefde)
  6. Al uw werken, Heer, spreken uw lof
    Uw vrienden, Heer, getuigen uw macht
    Halleluja, halleluja
  7. Alle einden der aarde aanschouwen het heil
  8. Alle heersers brengen hem hulde
  9. Alle volken, huldig de Heer
  10. Alleen wie het gegeven is
  11. Alleluia. Looft God de Heer, ’t is welgedaan
    (Paashymne)
  12. Aller ogen wachten
  13. Aller tijd geslachten
  14. Alles wat adem heeft love de Heer
    Zingt voor de Heer een nieuw lied
    Zingt Gods lof, koninkrijken der aarde
    Heilig, heilig, heilig
    Halleluja, halleluja
  15. Als wij weer het brood gaan breken
  16. Barmhartige Heer, genadige God
    De liefde van God is ons verschenen
  17. Bekleedt u met de nieuwe mens
    (Gerechtigheid)
  18. Bernardus’ naam
  19. Bewaar mij bij U, Heer, in vrede
    Gij hebt mij gegrift in de palm van uw hand
  20. Bij de Heer is genade
  21. Bij God alleen verstilt mijn ziel
    Mijn rots, mijn heil is Hij alleen
    Heer, de genade rust in U
  22. Blijf bij ons nu de avond daalt
  23. Blijf niet staan bij het verleden
  24. Breng de zege met machtige hand
  25. Breng Gij, o God, ons de keer
  26. Brood op tafel, een hand gevuld
  27. Brood uit de hemel gaf Hij hun te eten
  28. Buigen deemoedig wij neer
    Komt, maakt thans muziek voor de Heer
    Onze God is Hij
    Treden wij voor zijn aanschijn met lofzang
    Een godheid groot is de Heer
    Het is heden! Hoort naar zijn stem
    Halleluja, halleluja
  29. Christus heeft voor ons geleden
    (Van het lam en de herder)
  30. Christus naar wie wij heten
    (Van het geduld)
  31. Dankbaarheid zij uw offer aan God
    Wie wandelt in oprechtheid
  32. De aarde is vervuld
    (Misericordia Domini [1])
  33. De bruidegom is opgestaan
    (Pasen)
  34. De dag gaat open voor het woord des Heren
  35. De Geest des Heren heeft
  36. De gerechtigheid breekt door in zijn dagen
  37. De Heer die leeft, geleidt en hoedt
  38. De Heer die zelf de zeeën schiep
  39. De Heer grondde zijn troon in de hemel
  40. De Heer heeft mij bevrijd
    Zie, er was een verdrukte die riep
    Ervaart het, ziet: mild is de Heer
  41. De Heer heeft mij gezien en onverwacht
  42. De Heer is koning
  43. De Heer is koning, Hem viere de aarde
    De Heer is koning, boven heel de aarde
    Gij goden, buigt alle voor Hem
    Viert, rechtvaardigen, met vreugde de Heer
  44. De Heer is koning
    Halleluja, halleluja
  45. De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken
  46. De Heer is mijn licht en mijn heil
    Dat ene vroeg ik van de Heer
    O, als ik niet de zekerheid had
    Halleluja, halleuja
  47. De Heer is mijn licht en mijn heil
    Uw aanschijn, Heer, wil ik zoeken
    Halleluja, halleluja
  48. De Heer is mijn toevlucht, mijn sterkte
    U aangaande gebiedt Hij zijn engelen
    Gij, mijn God, wees met mij in de nood
  49. De Heer kent de dagen der vromen
    Keer u stil tot de Heer
  50. De Heer komt om het aardrijk te richten
    Zingt voor de Heer een nieuw lied
    De Heer heeft voor de ogen der volken
    Halleluja, halleluja
  51. De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan
    (Van de messiaanse maaltijd)
  52. De Heer riep ik aan in mijn angst
    De Heer leeft: Gezegend mijn rots
  53. De Heer schept behagen in zijn volk
    Gij hebt hen voor onze God gemaakt
    Halleluja, halleluja
  54. De Heer slaat de rechtvaardigen gade
    De Heer helpt de gebrokenen van hart
  55. De Heer verschijnt te middernacht
  56. De Heer zal zijn volk zegenen met vrede
  57. De heiligen, ons voorgegaan
    (Met alle heiligen)
  58. De hemel is opengesprongen
    (Van Stefanus)
  59. De hulp komt mij van de Heer
    De Heer, Hij is uw behoeder
  60. De laatsten worden de eersten
    (Van de genodigden)
  61. De mens blijft in zijn rijkdom niet wonen
    Zalig de armen van geest
  62. De mens, geboren uit een vrouw heeft weinig dagen
    (Doodslied)
  63. De mond der aarde spreekt
    (Hoog aan de tijd)
  64. De morgenschemer werd een bliksemslag
    (De morgenschemer)
  65. De naam des Heren nadert reeds van verre
    (Jeruzalem)
  66. De nacht loopt ten einde
  67. De schemering gaat beginnen
  68. De smalle weg hij wendt en kronkelt
  69. De stad van de Heer der heerscharen
    Uw genade beseffen wij, God
  70. De steen die de bouwers verwierpen
    Halleluja, halleluja
  71. De steen die de bouwers verwierpen
    Halleluja, halleluja
  72. De stem van de Heer is over de wateren
  73. De Trooster komt
  74. De waarheid is het huis waarin wij wonen
    (De vrijplaats)
  75. De ware kerk des Heren
  76. De wenk van Benedictus achterna
    (Gedreven door de Geest)
  77. De wereld is van Hem vervuld
  78. De wijsheid van vóór alle tijden
  79. De wind waait waar hij wil
  80. Denk dan zo, Heer, aan ons
  81. Denk dan zo, Heer, aan ons
    Verlos ons, Heer onze God
  82. Die op de troon zat zeide
  83. Die rechtens God gelijk
    (Lied van de deemoed)
  84. Die verdrukt zijt, ontwaart het met vreugde
  85. Die vroeg zijn aangeworven
    (Van het werk in de wijngaard)
  86. Dit huis, gereinigd en versierd
    (Een Rozendaals kerklied)
  87. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven
  88. Dit is de nacht waarin een Kind
  89. Doe Gij opgaan over ons uw lichtend aanschijn
  90. Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen
    Houdt moed, weest niet bang
    Hemelen dauwt uit den hoge
  91. Doe uw aanschijn lichten over uw knecht
    Vader, in uw hand beveel ik mijn geest
  92. Door zijn woord zijn de hemelen gemaakt
    Gelukzalig Jahwe’s volk
  93. Door zijn woord zijn de hemelen gemaakt
    Gelukzalig Jahwe’s volk
  94. Driewerf een gloria voor wie in hoge staat
  95. Een engel kwam
  96. Een lamp voor mijn voet is uw woord
  97. Een loflied voor de Heer
  98. Een loflied voor de Heer, heel mijn leven
    Gelukkig wiens Jakobs God bijstaat
    Kom, o Heer, tot onze verlossing
    Zalig de armen van geest
  99. Een man van God is opgestaan
  100. Een mens te zijn op aarde
  101. Een mens te zijn op aarde
    (Van de mens op aarde)
  102. Een psalm voor onze God
    Groot is Hij, onze Heer
    Roem, Jeruzalem, de Heer
    Gelukkig allen die utizien naar de Heer
  103. Een smekeling, zo kom ik tot uw troon (Liedboek Psalm 119: 64,65,66)
  104. Een vaste burcht heb ik: God
  105. Een zaaier ging uit om te zaaien
    (Van de zaaier)
  106. Eens aten de vaderen in de woestijn
  107. Eens ging Hij door het korenland
  108. Eenzaam blijf ik roepen tot God
  109. Eert God die onze Vader is
  110. Er is een roos ontloken
  111. Er komt gehoor voor onze nood
  112. Er was een kind dat zwaar en diep
  113. Ere zij God die simpel en klein
  114. Ervaart het, ziet: mild is de Heer
  115. Fonteine, moeder maged reine
  116. Ga in het schip, zegt Gij
    (Over het meer)
  117. Gaat uit over de hele wereld
  118. Gebenedijd zijt gij
  119. Gedenken wij dankbaar de daden des Heren
  120. Geef mij, krachtens uw goedheid, nieuw leven
  121. Geen kracht meer om te leven
    (Rorate coeli [2])
  122. Gekomen uit de nacht der tijden
    (Kerstlied)
  123. Gelijk het hert dat reikt
    Mijn ziel dorst naar God
    Halleluja, halleluja
  124. Geloofd zij onze God
  125. Gelukkig alwie de Heer vreest
    Zie, zo zal worden gezegend
    Hij zegenen u uit Sion
  126. Gelukkig de man die de Heer vreest
  127. Gelukkig de man die de Heer vreest
    De oprechten daagt licht uit het duister
    Zijn loon vindt de man die gul uitleent
    De naam van de rechtvaardige blijft leven
    Opspraak heeft hij niet te duchten
  128. Gelukkig de man die Gij recht buigt
  129. Gelukkig de man die voorgoed
  130. Gelukzalig Jahwe’s volk, het godsvolk
  131. Geschapen tot de dienst van God
    (De bode)
  132. Gezegend de Heer
  133. Gezegend de Heer die mijn rots is
    Halleluja, Halleluja
  134. Gezegend de Heer: Hij gaf ons niet prijs
    Onze ziel als een vogel kwam vrij
    Onze hulp is in de naam van de Heer
  135. Gezegend is God die de wereld schiep
  136. Gezegend is zijn naam
  137. Gezegend wie komt: met de naam van de Heer
  138. Gezegend zijt Gij, o Heer
    Niet van brood alleen leeft de mens
  139. Gij bereidde het land in uw goedheid
    Hij, God - ons een God van verlossing
    Zingt Gods lof, koninkrijken der aarde
    Halleluja, halleluja
  140. Gij bergt de bron des levens
  141. Gij die de Heer vreest, bouwt op de Heer
    Gezegend dan gij door de Heer
    Niet om ons, Heer, niet om ons
    Halleluja, halleluja
  142. Gij die de mens geschapen hebt
  143. Gij die de ster van David zijt
    (Van de zoon der wet die in de dingen des vaders wou zijn)
  144. Gij die de wereld hebt gemaakt
  145. Gij die recht doet - geef mij nieuw leven
    Leer mij, Heer, uw verbondseisen volgen
  146. Gij die verrezen zijt Heer in het licht van uw luister
  147. Gij handelt, Heer, naar uw woord
  148. Gij hebt met macht en luister
  149. Gij hebt met uw brede gebaren
    (Van het zaad in de akker)
  150. Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild
    (Klein danklied)
  151. Gij hebt, o Vader van het leven
    (Het menselijke leven)
  152. Gij stond en bad met uitgestrekte armen
  153. Gij volgt ons uit Jeruzalem
    (Van de Emmaüsgangers)
  154. Gij zegt: ’Die met Mij togen ter woestijn’
    (De wonderbare spijziging)
  155. Gij zegt: ’Ik heb te eten’
    (Honger en dorst)
  156. Gij zendt uw Geest, en wij worden herschapen
  157. Gij zijt boven de zee
  158. Gij zijt de goede twijg
    (Tot Jezus ben Jozef)
  159. Gij zijt de smalle weg gegaan
    (Lied voor Clara)
  160. Gij zijt de wereld aangekondigd
  161. Gij zijt een mensenzoon, Gij komt van ver
  162. Gij zijt mijn Zoon, Ik riep U heden in het leven
    Ik geef U de volkeren tot een erfdeel
    Gelukkig te prijzen dan allen
    Halleluja, halleluja
  163. Gij zijt voor ons van geslacht op geslacht
  164. Gij zijt voorbijgegaan
  165. Gij zult priester zijn, de eeuwen door
  166. Gij, in het teken van de Vis
    (Ichtus)
  167. God die ons heeft voorzien
  168. God groet u Maged schone
  169. God heeft gesproken: Gij zijt mijn Zoon
  170. God heeft het eerste en het laatste woord
  171. God heeft het eerste woord
    (Nieuwjaarslied)
  172. God heeft vanouds gesproken
    (De vervulling)
  173. God riep zijn dienaar Mozes
  174. God sprak met Adam
  175. God te zien is sterven
    (God zien)
  176. God voer omhoog bij gejuich als bazuinen
  177. God vond hem in de woeste wildernis
    (Het lied van Mozes [II])
  178. God wil een tempel bouwen
  179. God zij ons genadig, Hij zegene ons
  180. God, die ons aan elkaar
  181. God, herschep mijn hart
    Vroomheid verlang Ik, geen offergaven
  182. God, mijn God, naar U blijf ik zoeken
  183. God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten
  184. Gods liefde op aarde neergedaald
  185. Godvergetenen, ziet het toch in
  186. Goed zijt Gij slechts - uw handelen is goedheid
    Uw erbarmne, Heer, is oneindig
  187. Goede en getrouwe knecht
  188. Groot heeft de Heer gehandeld aan ons
  189. Groot is de Heer, hoog te loven
  190. Grootmachtig de daden des Heren
    Zijn verbond is Hij eeuwig indachtig
    Wat zijn hand schept, is waarheid, is orde
  191. Grote vrede ervaart wie uw wet eert
  192. Halleluja, halleluja
    Mijn getuigen zult gij zijn
  193. Halleluja, halleluja
    Zie, deze dag schept de Heer
  194. Halleluja, heden is Maria ten hemel opgenomen
  195. Halleluja, zingt nu alle volkeren
    Halleluja, looft de Heer, gij volkeren
    Halleluja, Christus is verrezen
    Halleluja, Christus, hoog verheven
  196. Halleluja. Looft de Heer goedertieren is Hij
  197. Halleluja. Looft de Heer, goedertieren is Hij
  198. Heb ik met Judas U ter dood verraden
  199. Heden baart een jonge maagd
  200. Heden zult gij zijn glorie aanschouwen
  201. Heden, als gij zijn stem hoort
    Nadert, buigen deemoedig wij neer
  202. Heeft niemand U gezien
  203. Heer Jezus, licht der wereld
  204. Heer Jezus, mens van vlees en bloed
    (Het lied van het Koninkrijk Gods)
  205. Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
    (Lied van Gods aanwezigheid)
  206. Heer, de toevlucht voor ons waart Gij
    Maak ons morgenlijk rijk met uw goedheid
    Geef Gij het werk onzer handen bestand
  207. Heer, Gij doorgrondt en Gij kent mij
    Ik loof U in het besef
    Doorgrond mij, God, ken mijn hart
  208. Heer, Gij zijt mijn betrouwen
    Vervuld is mijn mond van uw lof
    Uw gerechtigheid wil ik melden
  209. Heer, hoe zijt Gij gekomen
    (De Heer gekomen)
    (Een lied van Epifanie)
  210. Heer, hoor mijn gebed
    Jahwe heeft Sion herbouwd
    Van heilige hoogten schouwd ede Heer
  211. Heer, mijn God, bij U zoek ik toevlucht
  212. Heer, onze Heer, hoe machtig is uw Naam
  213. Heer, wees mij goedgunstig
  214. Heer, wie mag toeven binnen uw tent
    Wie overwint, hem zal Ik naast mij plaatsen
  215. Heerlijk is het te loven de Heer
  216. Heerlijk is het te loven de Heer
  217. Heft, poorten, uw hoofden omhoog
  218. Heiligheid kroont uw huis, Heer
  219. Heiligheid kroont uw huis, Heer
  220. Hem bij de aanvang toebedacht
  221. Hemelhoog, Heer, uw goedheid
  222. Herder Israëls, hoor
    Zij uw hand over deze uw gunsteling
    De wijngaard van de Heer
  223. Het einde aller dingen is nabij
    (Van de nuchterheid)
  224. Het graan slaapt in de aarde
    (Het koren)
  225. Het is, Heer, om uw machtsdaad
  226. Het rijk van God is als een zaad
  227. Het volk dat in duister woont
  228. Het water ’t lieflijk Element
  229. Het woord dat u ten leven riep
    (Vlakbij u is het woord)
  230. Het woord is dichtbij, in uw mond
  231. Het zaad wordt wijd en zijd gestrooid
  232. Het zal zijn in het laatste der tijden
    (De tempelberg)
  233. Hier ben ik, God
    Mijn hulp zijt Gij, mijn bevrijder
    Heer, behage het U mij te redden
    De dood des Heren verkondigt gij
  234. Hier is uw God, de Heer komend in kracht
    Heden is ons een redder geboren
  235. Hierin ervaar ik hoe Gij mij bemint
  236. Hij die van God is gekomen
  237. Hij toch oordeelt de wereld rechtvaardig
    Die uw naam kennen bouwen op U
    In de poorten van haar
  238. Hoe groots is wat van u wordt gezegd
  239. Hoe hartverrukkend uw woningen
  240. Hoe hartverrukkend uw woningen
    Gelukkig wie wonen in uw huis
    Ziehier Gods woning onder de mensen
  241. Hoe lieflijk, hoe schoon zijn de schreden
    (De schreden)
  242. Hoe verblijd was ik toen zij mij zeiden
  243. Hoe zouden wij geloven, Heer
  244. Hoed mij, God, bij U zoek ik toevlucht
  245. Hoed mijn leven - ik ben U getrouw
  246. Hoezeer heb ik U lief, Heer, mijn sterkte
  247. Hoog eer ik U, o Heer
  248. Hoor naar mijn woorden, Heer
    Leid mij door uw gerechtigheid, Heer
  249. Hun maning vaart over het aardrijk
  250. Hun maning vaart over het aardrijk
    De hemel verkondigt de majesteit Gods
  251. Ik ben in mijn hof gekomen
    (Het lied van de tweede dag)
  252. Ik buig mijn knieën voor de Vader
  253. Ik groet u vol genade
  254. Ik lok haar weer zo spreekt de Heer
  255. Ik loof U dat Gij mij verhoord hebt
    Halleluja, halleluja
  256. Ik schreeuw het uit, ik schreeuw naar God
  257. Ik sprak: ik ben de Christus niet
    (De vriend van de bruidegom)
  258. Ik sta voor U in leegte en gemis
  259. Ik verwacht de Heer, wacht met heel mijn ziel
  260. Ik wil trachten naar eerlijke wandel
  261. Ik zag een grote menigte
  262. Ik zag een troon
    (Het gericht)
  263. Ik zing van de wijngaard van Die ik bemin
    (Het lied van de wijngaard)
  264. Immer blijken de paden des Heren
  265. In ’t midden van de tijd
    (Van de zoon van God)
  266. In de hemel is vreugde
    In aantocht is Hij, de Heer
    Licht van Licht, overstraalt Hij de wereld
  267. In den beginne was het woord
  268. In diepe nacht ben ik gegaan
    (Lied van de geliefde)
  269. In God vind ik mijn rust
    Zo wandel ik voor Gods aanschijn
  270. In U zijn wij begrepen
    De dood van één voor allen
    (Een paaslied bij de doop)
  271. In uw hand beveel ik mijn geest
    Gij zijt mijn God
  272. Jahwe, Gij zijt mijn God
  273. Jezus zal heersen waar de zon
  274. Jezus, om uw lijden groot
    (Een litanie voor de Stille Week)
  275. Jezus, wandlend langs de wegen
    (De tien melaatsen)
  276. Juich voor de Heer, aarde alom
  277. Juich voor de koning van de Joden
    (Epifanie)
  278. Juicht voor de Heer, aarde alom
    Hij schiep ons, wij horen aan Hem
    Zalig zij die genodigd zijn
  279. Kan ik ooit vergelden de Heer
    Mijn dankoffer wil ik brengen
  280. Keer dan weder, mijn ziel, tot uw rust
    De beker des heils wil ik heffen
    Geeft niet de beker der zegening
    Halleluja, Halleluja
  281. Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer
  282. Kom tot ons in diepe nacht
  283. Komt ons in diepe nacht ter ore
  284. Komt, aanbidden wij de Heer
  285. Komt, buigen wij neer voor Christus
    Christus Jezus, de glans van de Vader
  286. Komt, laat ons deze dag
  287. Komt, maakt thans muziek voor de Heer
  288. Komt, maakt thans muziek voor de Heer
  289. Kondig het jubelend aan
    (Vocem jucunditatis)
  290. Koningsdochters zijn onder uw schonen
  291. Kwam van Godswege
    (Lied van de Doper)
  292. Laat haar niet aan de havik, uw tortel
  293. Laat mij vroeg in de morgen uw wekroep horen
  294. Laat mij, zo ik leef naar uw wil
    Ik roep U: Gij, God, weer het antwoord
  295. Laat mijn gebed mogen stijgen
  296. Laat nu de wereld van U spreken
  297. Laat schallen uw vreugde voor God
    Zet een psalm in bij tamboerijnslag
    Ik, de Heer, ben uw God
  298. Laat uw aangezicht over ons lichten
  299. Laat, Heer, uw knecht in vrede gaan
    (Oudjaar)
  300. Laat, o Heer, mij uw goedheid ervaren
  301. Leer mij, Heer, te onderscheiden uw wegen
    Bewaar, Heer, uw erbarmen
    Immer blijken de paden des Heren
  302. Leer ons het wonder van uw schepping zien
  303. Leg uw leven de Heer in de hand
    Wijsheid klinkt uit de mond des rechtvaardigen
    De Heer schept de rechtvaardigen vrijheid
  304. Leid mij, Heer, langs het pad uwer geboden
  305. Leven als de bomen
  306. Licht dat ons aanstoot in de morgen
    (Lied aan het licht)
  307. Licht is gekomen een ster een zon
  308. Licht straalt heden over ons
  309. Lieve Heer, Gij zegt ’kom’ en ik kom
    (Van komen en gaan)
  310. Loof, mijn ziel, de Heer
    Barmhartig de Heer en genadig
    De goedheid des Heren is eeuwig
  311. Loof, mijn ziel, de Heer
    Zendt Ge uw ademtocht, uw werken ontstaan
    Eeuwig zij roem van de Heer
  312. Looft de Heer, al wat gemaakt is, prijst zijn naam
    (Lied in de vuuroven)
  313. Looft de Heer, alle gij volken
    Laat ons gaan naar de berg van de Heer
  314. Looft de Heer, die de arme opricht uit het stof
    De Heer doet hem zetelen
  315. Looft de Heer, goedertieren is Hij
  316. Looft de Heer, goedertieren is Hij
  317. Looft de Heer, goedertieren is Hij
  318. Looft de Heer, goedertieren is Hij
  319. Looft de Heer: goedertieren is Hij
  320. Looft nu de Heer, alle naties der aarde
  321. Loven wil ik de Heer te allen tijde
  322. Loven wil ik U met heel mijn hart
    Gij die mij verhoorde het uur dat ik riep
  323. Maak ons vrij, verzoen onze zonden
    Niet naar onze zonden maakt Hij het met ons
    Vervul Sion met de faam van uw daden
  324. Machtige Zoon van God
  325. Meldt onder de volken zijn glorie
    Eert de Heer, gij geslachten der volken
  326. Met de boom des levens
    (Van de boom des levens)
  327. Met namen eeuwenlang bekleed
  328. Midden in de dood
    (Media morte)
  329. Mijn vrienden zijt gij, zegt de Heer
  330. Mijn zonen, komt, luistert naar mij
    De engel des Heren strijkt neder
    Ervaart het, ziet: mild is de Heer
  331. Naam van Jezus die ten dode
    (Naam van Jezus [1])
  332. Naam van Jezus, nu verheven
    (Naam van Jezus [2])
  333. Naar U sla ik mijn ogen op
  334. Nadere mijn gebed tot uw aanschijn
  335. Nadert mij uw ontferming, ik leef weer
    Stel uw knecht in het licht van uw aanschijn
  336. Neerleggen mag ik mij, slapen
    Verrijs, Heer mijn God, red mij uit
  337. Neig, Heer, uw oor, geef mij antwoord
    Goedertieren zijt Gij, Heer, vergevend
    Wis dan, Heer, mij uw weg
    Heer, Gij God van erbarmen en genade
  338. Niet als een storm, als een vloed
    (Mensen van God)
  339. Niet in ’t geweldige geluid
    (Horeb)
  340. Nieuw Jeruzalem o stad van licht
  341. Nu alle eeuwen van verlangen
  342. Nu deze dag ten einde gaat
  343. Nu hangt de Heer aan het hout
  344. Nu is het woord gezegd
    (De lofzang van Simeon)
  345. Nu moet gij allen vrolijk zijn
    (Het ledige graf)
  346. Nu valt de nacht
  347. O alle gij dorstigen, komt tot de stromen
    (De Maaltijd des Heren)
  348. O Christus, eerstgeborene
  349. O Christus, Heer der heerlijkheid
  350. O Christus, woord der eeuwigheid
  351. O God, vergeet Gij dezen niet
  352. O Heer, Gij mijn erve, mijn beker
    Leer ons, o Heer, wat de weg is
    Halleluja, halleluja
  353. O Heiland, open wijd de poort
  354. O hemels licht dat God ons geeft
  355. O kom, o kom, Immanuël
  356. O Koningin vol heerlijkheid
  357. O lichaam van het woord
    (Op Goede Vrijdag)
  358. O lichtende nevel
  359. O lieve Heer, geef vrede
    (Da pacem, een gebed om vrede)
  360. O Maria lofweerde maagd
  361. O Vader, die uw woning sticht
    (Gemeentelied bij de eerste steenlegging van een kerk)
  362. O Vader, U zij lof gebracht
  363. O Vrouwe die in glorie troont
  364. O waarlijk hoogste majesteit
  365. Om Christus’ wil zijn wij verblijd
  366. Omdat Hij niet ver wou zijn
  367. Ontferming voor mij, God, ontferming
    U ter ere, Heer
    Halleluja, halleluja
  368. Onze hulp is in de naam van de Heer
  369. Op de berg van het verbond
    (Van de berg en het verbond)
  370. Oprijzen als de zon die daagt
  371. Overal zijt Gij onzichtbaar gegeven
  372. Pluk nu het groen van de velden
    (De intocht in Jeruzalem)
  373. Rechtvaardig is Hij, de Heer
    Halleluja, halleluja
  374. Rijk zijn wier wandel de wet van de Heer volgt
    Halleluja, halleluja
  375. Rijs, o Heer, tot de plaats van uw rust
    De Heer heeft Sion verkoren
    God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
  376. Roept God een mens tot leven
  377. Sinds eeuwen blijft gij in uw woord aanwezig
  378. Sta mij bij, mijn Heer en mijn God
  379. Staan wij met handen vol gemis
  380. Steekt Gods loftrompet alom op aarde
    Zegent, volkeren, Hem - onze God
    Halleluja, halleluja
  381. Stel gij op God uw hoop
  382. Stralend in licht zijt Gij afgedaald
  383. Ter bruiloft van het zuiver lam dat
  384. Terwijl wij Hem bewenen
    (De verschijningen)
  385. Thans wandel ik vrij voor Gods aanschijn
  386. Thans, zegent de Heer
  387. Tijd van vloek en tijd van zegen
    (Tijd van leven)
  388. Toen God tot Mozes kwam, zijn knecht
    (De brandende braamstruik)
  389. Toen Israël weg uit Egypte trok
  390. Toen Jezus in zijn uur gekomen was
  391. Toen Jezus was gekomen
  392. Toen Pharao het volk verbood te gaan
  393. Tot de Heer spreek ik: Gij zijt mijn Heer
  394. Tot in alle eeuwigheid, Heer
    Hoe kostelijk uw woorden te proeven
  395. Tot U sla mijn ogen ik op
    Onze ogen zijn op de Heer onze God
  396. Tot U, Heer, stijgt mijn verlangen
  397. Tot U, Heer, stijgt mijn verlangen
    Heft uw hoofden omhoog
  398. Treden wij voor zijn aanschijn met lofzang
  399. U gewijd zij stilte en lofzang
    Een ander deel biel op goede grond
  400. U kennen, uit en tot U leven
  401. U mijn lof waar de schare bijeen is
    Loven mogen de Heer die Hem zoeken
  402. U, mijn God - koning! - wil ik verheffen
    Genadig de Heer en barmhartig
    De Heer geeft wat ieder behoeft
    Uw heerschappij blijft
    Gerecht is de Heer in zijn wegen
    De Heer is wie Hem aanroept nabij
  403. U, mijn God - koning! - wil ik verheffen
    Gij opent uw hand en verzadigt uit uw overvloed
    De Heer is wie Hem aanroept nabij
    Halleluja, halleluja
  404. Uit angst en nood stijgt mijn gebed
    (Uit angst en nood)
  405. Uit de diepten roep ik U, Heer
  406. Uit dieper dan de diepste dalen
  407. Uit Oer is hij getogen
    (Van Abraham, de vader der gelovigen)
  408. Uit uw hemel zonder grenzen
  409. Uw genade, Heer, zij over ons
  410. Uw goedheid, Heer, vervult mijn gedachten
  411. Uw huis doe ik zetelen voor eeuwig
    De hemel, Heer, looft uw vermogen
    Met hem is mijn trouw, mijn genade
    Ik verzeker hem eeuwig mijn gunst
  412. Uw kruis is onze hoop
  413. Uw opdrachten vraag ik te kennen
  414. Uw rechterhand, Heer, brengt mij heil
    Halleluja, halleluja
  415. Uw uitgestrekte hand, Heer, is mijn redding
  416. Uw wet, Heer, hoezeer heb ik haar lief!
  417. Uw woorden, Heer, zijn geest en leven
  418. Uzelf tot brood gebroken
  419. Van al die vele volken
  420. Van de Heer is de aarde en al wat zij draagt
  421. Van God is de aarde en al wat daar is
  422. Van God is de aarde en al wat zij draagt
    Aldus het geslacht van wie vragen naar Hem
    Dat inga de koning der ere
  423. Van God is de aarde, van Hem deze wereld
  424. Van Gods genade ben ik zeker
  425. Vanwaar zijt Gij gekomen
  426. Verblijdend licht der heilige glorie
  427. Verblijven mag ik in het huis van de Heer
    Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods
  428. Vergeet niet het handelen Gods
  429. Verheerlijken wij de Heer om de geboorte van Maria
  430. Verheerlijkt, met mij, de Heer
    Zij riepen, de Heer gaf hun antwoord
  431. Verheft uw hart, weest welgemoed
  432. Verheft, vromen, met jubel de Heer
    Uw genade, Heer, zij over ons
  433. Verheug u begenadigde
  434. Verheugt u: uw namen staan opgetekend in de hemel
  435. Verhoor mij in uw grote ontferming
    Al leef ik in verdrukking en pijn
  436. Verhoor mij in uw grote ontferming
    De Heer zal de misdeelden verhoren
  437. Verrijs! Kom Gij ons te hulp
  438. Verrijs, o God, richt de aarde
  439. Vervuld is mijn mond van uw lof
  440. Viert, rechtvaardigen, met vreugde
  441. Viert, volken, de twijg uit Jesse’s stam
    De Heer is koning, Hem viere de aarde
  442. Vlietend water verblijdt de stad Gods
    De Heer der heerscharen - Hij is met ons
  443. Volgt uwe Heer met lichte schreden
    (De heerlijkheid des Heren)
  444. Vriendelijk licht, dat heel de dag
  445. Waardig zijt Gij, onze Heer, onze God
    (Lied voor het Lam)
  446. Wanneer de Trooster komt
    (Van de Geest der waarheid)
  447. Wanneer het licht ten einde gaat
  448. Wanneer ik denk aan al uw daden
    (Het lofgebed van Mordechai)
  449. Wanneer mijn werk gedaan zal zijn
  450. Wat altijd is geweest
    (Lied van vandaag en morgen)
  451. Wat de Heer genadig verleende
  452. Wat de Heer genadig verleende
    Mijn knecht David heb ik ontwaard
    Met hém is mijn trouw, mijn genadeIk verzeker hem eeuwig mijn gunstNimmer zal ik David verzaken
    Halleluja, halleluja
  453. Wat heeft Maria ons bewaard
    (Maria)
  454. Wat Jahwe bepaalt - dàt is recht
  455. Wat Jahwe bepaalt - dat is recht
  456. Wat werd verhoopt te allen tijde
  457. Wat zijn de goede vruchten
    (Van vlees en geest)
  458. Weer gedenk ik het handelen Gods
  459. Wees mij tot een onneembare rots
    Weest dan sterk, onverslagen van hart
  460. Wees mij, God, in uw goedheid genadig
    Heer, leg Gij mij het woor dop de lippen
    Vader, ik heb gezondigd
  461. Wees mij, God, in uw goedheid genadig
    Zuiver mij geheel van mijn zonde
    God, herschep mijn hart
    Mijn offer aan God, mijn berouw
    Ik zal u met zuiver water besprenkelen
  462. Wees ontvankelijk voor mijn gebed
  463. Weet gij waarmee het koninkrijk
    (Het mosterdzaad)
  464. Weet uw roem in zijn heilige naam
    Keert u tot de Heer en zijn macht
    Hij is de Heer, onze God
    Hij die eeuwig gedenkt zijn verbond
    Hun wijnstok, hun vijgeboom trof Hij
    Die verdrukt zijt, ontwaart het met vreugd
    Halleluja, halleluja
  465. Wek uw kracht en kom bevrijden
  466. Wie als een god wil leven hier op aarde
  467. Wie Gods rechte wegen gaat
  468. Wie ingaat tot dit water
    (Dooplied)
  469. Wie is de koning der ere
  470. Wie mag dan bestijgen de berg van de Heer
  471. Wie Mij volgt, zal het licht des levens bezitten
    Weest navolgers van GodWie overwint, hem zal ik te eten geven
  472. Wie oren om te horen heeft
  473. Wie spreekt ons van de naam van God
  474. Wie wijs is weet te wachten
    (Van Jozef en de vrouw des huizes)
  475. Wie zich hovaardig heffen
    (Van de ootmoed)
  476. Wij delen verdriet en zorgen
    (Wandelaars in de morgen)
  477. Wij eren, Heer, uw kruis
    Verheft de Heer, onze God
    Halleluja, halleluja
  478. Wij eten weer het bitter brood
    (Pascha)
  479. Wij gaven and’re namen
    (Lied voor de eenheid)
  480. Wij moeten juichen voor God
    Hij heeft ons allen gemaakt
    Alleluja, zingt en speelt voor uw koning
    Alleluja, juicht voor Christus ons Pasen
    Machtige Zoon van God
    Wij zijn door U gemaakt
    Hij is een machtige God
  481. Wij trekken nu het diensthuis uit
  482. Wij weten niet hoe het straks zal zijn
  483. Wij willen God de ere geven
    (Dooplied)
  484. Woord van God tot mijn koning en heer
  485. Zalig de armen dor den Geest
    (Tooi pneumati)
  486. Zalig wiens overtreding vergeven
    Gij, mijn schutse, ontheft mij van druk
    Verblijdt u: want Hij is de Heer
  487. Zalig zijt gij, Maria
  488. Zelf kan ik slechts op uw genade vertrouwen
    Ik verheug mij om de Heer
  489. Zendt Gij uw zuiverende Geest
  490. Zie, daar komt de bruidegom
    Luister, jonkvrouw, zie op, geef gehoor
  491. Zie, God zelf is mijn helper geworden
  492. Zie, hoe goed, hoe weldadig
  493. Zie, naar zijn heilige tempel komt de Heer, onze God
  494. Zij die zaaien met tranen
  495. Zij zullen de wereld bewonen
    (Ten dage des heils)
  496. Zijn luister tooit aarde en hemel
    Halleluja, halleluja
  497. Zijt Gij mijn God
    (Het lied van Jona)
  498. Zijt Gij waarop de wereld wacht
    (Johannes in de gevangenis)
  499. Zing ten hemel toe
    (Van de nieuwe morgen)
  500. Zing voor de Heer een nieuw gezang
    (Cantate)
  501. Zingt Gods lof, koninkrijken der aarde
    Halleluja, halleluja
  502. Zingt Gods lof, koninkrijken der aarde
    Halleluja, halleluja
  503. Zo vriendelijk en veilig als het licht
    (Vriendelijk licht)
  504. Zoals de mensen leven
    (Mensenlied)
  505. Zoals de wind
  506. Zolang er mensen zijn op aarde
  507. Zomaar een dak boven wat hoofden