Snel zoeken Uitgebreid zoeken Site doorzoeken

Resultaten

Gevonden: 644 resultaten.

  1. Aan uw stam, o Kruis
  2. Aan uw zijde staat de koningin, met goud getooid
  3. Aan wat op aarde leeft
  4. Aanbidt het kruis des Heren
  5. Al heeft Hij ons verlaten
  6. Al wat er nodig is om te bestaan
    (Van de nooddruft)
  7. Al wie dolend in het donker
  8. Alle eer en alle glorie
    (Gloria voor Vader, Zoon en Geest)
  9. Alle volken der aarde huldigen U, Heer
  10. Alle volkeren der aarde huldigen U, Heer
  11. Alleen wie het gegeven is
  12. Alleluia
  13. Alleluia
  14. Alleluia
  15. Alleluia
  16. Alleluia
  17. Alleluia. Looft God de Heer, ’t is welgedaan
    (Paashymne)
  18. Alleluia
    Halleluja
  19. Alleluja. Bereid de weg des Heren
  20. Alleluja. Christus ons Paaslam
  21. Alleluja. Geprezen de Heer
  22. Alleluja. Het woord is nabij
  23. Alleluja. Ik ben de verrijzenis en het leven
  24. Alleluja. Ik ben de ware wijnstok
  25. Alleluja. Ik ben de weg de waarheid en het leven
  26. Alleluja. Ik ben het levende brood
  27. Alleluja. Ik verkondig u een blijde boodschap
  28. Alleluja. Kom heilige Geest
  29. Alleluja. Uw Woord is een lamp
  30. Alleluja. Uw woorden o Heer, zijn geest en leven
  31. Alleluja. Verheugt u allen
    Halleluja. Verheug u allen
  32. Alles begon met God
  33. Alles wat adem heeft love de Here
  34. Alles wat over ons geschreven is
    (Van de opgang [1])
  35. Alles wat over ons geschreven is
    (Van de opgang [2])
  36. Almachtige, verheven Heer
  37. Als die koning zal verschijnen
    (Van de nieuwe zon)
  38. Als een ster in lichte luister
  39. Als gij naar de woorden luistert
    Als je naar de woorden luistert
  40. Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap
    (Psalm 126)
  41. Als groen dat in de wintertijd
  42. Als jij wil zal ik jou dienen
  43. Als tussen licht en donker
  44. Als wij dan eten van dit brood
  45. Amen
  46. Barmhartig de Heer en genadig
  47. Barmhartige Heer, genadige God
    (Psalm 103-gezang [1])
  48. Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht
  49. Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht
  50. Bekleedt u met de nieuwe mens
    (Gerechtigheid)
  51. Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige
  52. Bevrijd ons, Heer bevrijd uw volk
  53. Bidden wij met geloof in ons hart
  54. Bij God alleen kan ik rusten
  55. Blijf bij ons, want het is avond
  56. Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt
  57. Bode die zijn weg bereidde
  58. Bouwen aan een wereld van rechtvaardigheid
  59. Brandend van verlangen
  60. Breng ons weer thuis uit de ballingschap
  61. Broeders die op uittocht gaat
  62. Broeders en zusters, belijden wij onze zonden
  63. Brood zal ik u geven
  64. Christus heeft voor ons geleden
    (Van het lam en de herder)
  65. Christus is in ons de Bron
  66. Christus is uit de dood verrezen
  67. Christus is verrezen
  68. Daar bloeid’ ene lelie
  69. Daar komt een schip geladen
  70. Dan zal er vreugde zijn op aarde
  71. Dank U, Vader van de lichten
  72. Dank, dank nu allen God
  73. Dat het licht in ons mag blijven branden
  74. Dat u alle zegen zij
  75. Dat uw woorden in ons branden
  76. Dat wij als wachters op de muren zijn
  77. De aarde is vervuld
    (Misericordia Domini [1])
  78. De aarde is vol van Gods mildheid
  79. De avond en de morgen
  80. De avond voor zijn dood
  81. De dag gaat open voor het woord des Heren
  82. De dag, door uwe gunst ontvangen
  83. De dag, geboren uit het duister
  84. De dood is ons te machtig
  85. De eersten zijn de laatsten
    (Van de twee broers)
  86. De Geest des Heren heeft
  87. De Geest des Heren is op hem
  88. De Geest des Heren, de vertrooster
  89. De Geest uit vier gewesten
  90. De Heer die leeft, geleidt en hoedt
  91. De Heer gaf hun brood uit de hemel
  92. De Heer heeft mij gered uit al wat ik vreesde
  93. De Heer heeft mij gezien en onverwacht
  94. De Heer is koning, Hij regeert altijd
  95. De Heer is mijn erfdeel
  96. De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort
  97. De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort
  98. De Heer is mijn licht en mijn heil
  99. De Heer is mijn licht en mijn leidsman, wie zou ik vrezen?
  100. De Heer is waarlijk opgestaan
  101. De Heer is waarlijk opgestaan
  102. De Heer komt met het woord van zijn verbond
    (Lied van het taalverbond)
  103. De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan
    (Van de messiaanse maaltijd)
  104. De Heer schenke ons zijn zegen
  105. De Heer van de hemelse machten is de koning der glorie
  106. De Heer verschijnt te middernacht
  107. De Heer zal bij u zijn
  108. De Heer zal bij u zijn
  109. De Heer zal bij u zijn
  110. De Heer zij jou tot zegen
  111. De heiligen, ons voorgegaan
    (Met alle heiligen)
  112. De hemel reikt ons leeftocht aan
    (Maaltijd)
  113. De koning van de vrede
    (Van de intocht)
  114. De koning van Egypteland
    (Het lied van Mozes en Mirjam)
  115. De laatsten worden de eersten
    (Van de genodigden)
  116. De Levende zegene en behoede u
  117. De mensen die gaan in het duister
  118. De mensen spreken woorden, vertalen veel verdriet
  119. De nacht loopt ten einde
  120. De schapen alle honderd
    (Van het verloren schaap)
  121. De vrede des Heren zij altijd met u
  122. De vreugde voert ons naar dit huis
    (Intochtslied)
  123. De wegen van God zijn goed en betrouwbaar
  124. De wegen van God zijn goed en betrouwbaar
  125. De wereld is gewonnen
  126. De zonden zijn vergeven
  127. De Zoon, die door de eeuwen
  128. Die chaos schiep tot mensenland
    (Schriftlied)
  129. Die de morgen ontbood
  130. Die in de hoogte woont
    (De verheerlijking)
  131. Die licht is, bron van leven is
  132. Die ons in ’t hart geschreven staan
  133. Die rechtens God gelijk
    (Lied van de deemoed)
  134. Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer
  135. Die vroeg zijn aangeworven
    (Van het werk in de wijngaard)
  136. Dit huis, gereinigd en versierd
    (Een Rozendaals kerklied)
  137. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven
  138. Dit is het kruis
  139. Dit lied gaat over Jezus
    (Ballade over Jezus)
  140. Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen
  141. Doop ons, Heer, in levend water
  142. Door de wereld gaat een woord
  143. Door Hem en met Hem en in Hem
  144. Door Hem en met Hem en in Hem
  145. Door het donker hier gekomen
  146. Door wat voor grote eenzaamheden
  147. Een diepe nacht houdt Bethlehem
  148. Eén is tot ons gezonden
  149. Een lamp voor mijn voet is uw woord
  150. Een mens te zijn op aarde
  151. Een mens te zijn op aarde
    (Van de mens op aarde)
  152. Een schare die niemand tellen kan
  153. Een smekeling, zo kom ik tot uw troon (Liedboek Psalm 119: 64,65,66)
  154. Een stad van vrede zoeken wij
    (Een lied om vrede)
  155. Een stroom van water verkwikt Gods stad
  156. Een zaaier ging uit om te zaaien
    (Van de zaaier)
  157. Eens als de bazuinen klinken
    (Het andere leven)
  158. Eens komt de grote zomer
  159. Eer zij God in onze dagen
    (Van gloria in excelsis)
  160. Eert God die onze Vader is
  161. Eeuwige Vader, breng ons thuis in uw vaderhuis
  162. Eeuwige, onze God
    Wij die U nooit hebben gezien
  163. Er is een land van louter licht
  164. Er is een roos ontsprongen
  165. Er komt gehoor voor onze nood
  166. Erbarm U, God, en delg genadig
  167. Evenals een moede hinde
  168. Fonteine, moeder maged reine
  169. Ga in het schip, zegt Gij
    (Over het meer)
  170. Gaat nu allen heen in vrede
  171. Gaat nu in vrede heen
  172. Gedenk uw barmhartigheid, Heer
  173. Gedenken wij dankbaar de daden des Heren
  174. Geef aan de wereld vrede, Heer
  175. Geef dat de volken U eren, o God
  176. Geef mij een ander hart, mijn God
  177. Geef ons, Heer, uw barmhartigheid
  178. Geef vrede, Heer, geef vrede
  179. Geen kracht meer om te leven
    (Rorate coeli [2])
  180. Geest van God, Adem van leven
  181. Geest van hierboven
    (Loflied)
  182. Geest van vuur en geest van leven, drijf uw mensen voort
  183. Geest van vuur en geest van leven, wees nu onze kracht
  184. Gelukkig is de mens
  185. Gelukkig is de mens
  186. Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o Heer
  187. Genees mij, al heb ik misdaan tegen U
  188. Geprezen zijt Gij, Heer
  189. Gestorven graan wordt brood
  190. Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen
  191. Gezegend Woord, dat deze nacht
  192. Gij bereidde het land in uw goedheid, o God
  193. Gij die aangeroepen wordt
  194. Gij die met maan en sterren
  195. Gij die mijn wezen en mijn hart doorgrondt
  196. Gij dienaars, aan de Heer gewijd
  197. Gij hebt met groot geduld
    (Danklied na de lering)
  198. Gij hebt met uw brede gebaren
    (Van het zaad in de akker)
  199. Gij hebt mijn zonden vergeven
  200. Gij hebt woorden van eeuwig leven
  201. Gij komt tot ons, gans onverwacht
  202. Gij leeft nu bij de Vader
  203. Gij opent mijn lippen. Mijn mond zingt uw lof
  204. Gij volgt ons uit Jeruzalem
    (Van de Emmaüsgangers)
  205. Gij zijt de wereld aangekondigd
  206. Gij zijt een bron, diep in Uzelf ontsprongen
  207. Gij zijt een mensenzoon, Gij komt van ver
  208. Gij zijt goed en genadig, Heer
  209. Gij zijt het licht, kom ons nabij
  210. Gij zijt in glans verschenen
  211. Gij zijt mijn goed
    (Tot Jezus die het land verspiedde)
  212. Gij, Heer, zijt mijn erfdeel
  213. Gloria, gloria, in excelsis Deo
    Eer aan God, eer aan God
    Ere zij God, ere zij God
  214. Glorie de Eeuwige, Hem alle eer
  215. Glorie, lof en eer aan U
  216. God die in het begin
  217. God die ons heeft voorzien
  218. God groet u, zuiv’re bloeme
  219. God heeft gesproken in de tijd
    (’En het geschiedde’)
  220. God heeft Hem hoog verheven
  221. God heeft het eerste woord
    (Nieuwjaarslied)
  222. God in den hoog’ alleen zij eer
  223. God is de Herder die waakt over mij
  224. God onze Vader, verhoor ons gebed
  225. God stijgt ten troon onder luid gejuich
  226. God van de heerscharen, richt ons weer op
  227. God van leven en licht
  228. God van liefde en vrede
  229. God voer omhoog bij gejuich als bazuinen
  230. God wil een tempel bouwen
  231. God zegent zijn volk met vrede
  232. God zegent zijn volk met vrede
  233. God zij geloofd om Kanaän
    (Om Kanaän)
  234. God zij geloofd uit alle macht
    (De lofzang van Zacharias)
  235. God, die leven hebt gegeven
  236. God, die ons aan elkaar
  237. God, herschep mijn hart
  238. God, kom mij te hulp
  239. God, mijn God, naar U blijf ik zoeken
  240. God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten
  241. God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten
  242. God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten
    (Psalm 22-gezang [1])
  243. God, onze Heer, wij bidden U, verhoor ons
  244. God, richt ons weer op en wij zullen gered zijn
  245. God, U bent liefde
    Toi, tu nous aimes
  246. God, wees ons barmhartig en zegen ons
  247. God, wees ons barmhartig en zegene ons
  248. God, wij roepen uit de diepte
  249. Gods adem die van boven kwam
    (Van de adem)
    (Een lied voor Pinksteren)
  250. Gods genade is verschenen
    (Van Titus)
  251. Gods woord van het begin
  252. Halleluja
  253. Halleluja. Heer Jezus ontsluit voor ons de Schriften
  254. Halleluja. Ik ben de goede Herder
  255. Halleluja. Maak ons hart ontvankelijk, Heer
  256. Halleluja
    Alleluia (7)
  257. Heden zal uw Redder komen
  258. Heden zult gij zijn glorie aanschouwen
  259. Heeft Hij ons bidden opgevangen
  260. Heeft niemand U gezien
  261. Heer Jezus, koning en gezalfde Gods
  262. Heer Jezus, o Gij dageraad
  263. Heer ontferm U (a)
    Halleluja (b)
    Alleluja (c)
    Heer, verhoor ons (d)
  264. Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
    (Lied van Gods aanwezigheid)
  265. Heer, Gij zijt burcht en toren
  266. Heer, herinner U de namen
  267. Heer, hoe zijt Gij gekomen
    (De Heer gekomen)
    (Een lied van Epifanie)
  268. Heer, ik heb U lief, mijn sterkte zijt Gij
  269. Heer, ik heb U lief, mijn sterkte zijt Gij
  270. Heer, ik zal uw rechtvaardigheid prijzen
  271. Heer, in uw goedheid hebt Gij voor uw kudde een rustplaats bereid
  272. Heer, kom haastig mij te hulp
  273. Heer, laat mij voor uw altaar komen
  274. Heer, mijn God, naar U hunkert mijn hart
  275. Heer, ontferm U over ons(Litanie van alle heiligen)
  276. Heer, ontferm U, wij hebben gezondigd
  277. Heer, onze God, wees genadig
  278. Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
  279. Heer, onze Heer, hoe machtig is uw Naam
  280. Heer, onze Heer, hoe ontzagwekkend is uw Naam op aarde
  281. Heer, onze Heer, ontferm u over ons
  282. Heer, U heb ik lief, mijn sterkte zijt Gij
  283. Heer, verhoor mij, omdat Gij barmhartig zijt
  284. Heer, wees mij goedgunstig
  285. Heer, wees ons genadig blijf bij ons
  286. Heer, wie mag te gast zijn in uw tent
  287. Heer, wie mag te gast zijn in uw tent
  288. Heer, wie mag te gast zijn in uw tent
  289. Heer, wij roepen om erbarmen
  290. Heer, wijs ons de weg van het leven
  291. Heerlijk is het te loven de Heer
  292. Heilig, heilig, heilig de Heer
  293. Heilig, heilig, heilig de Heer
  294. Heilig, o God, groter dan allen
  295. Here Jezus, om uw woord
  296. Het brood in de aarde gevonden
    Gezegend om uw Naam die ons vertroost (tafelgebed)
  297. Het brood, het goede brood
    (Van het brood)
  298. Het donker is ons licht genoeg
  299. Het eerste woord zal vrede zijn
  300. Het einde aller dingen is nabij
    (Van de nuchterheid)
  301. Het graan slaapt in de aarde
    (Het koren)
  302. Het huis van de Heer zal mijn woning zijn
  303. Het is de Heer die mijn leven bewaart
  304. Het mensenvolk dat in het duister leeft
  305. Het volk dat wandelt in het duister
  306. Het volk van de Heer
  307. Het woord, het goede woord van God
  308. Hij die gesproken heeft een woord dat gáát
  309. Hij nam de Schrift, Hij las en zei
  310. Hoe helder staat de morgenster
  311. Hoe is uw Naam, waar zijt Gij te vinden
  312. Hoe lief is mij uw woning, Heer der hemelmachten
  313. Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer
  314. Hoe sprong mijn hart hoog op in mij
  315. Hoe zouden wij geloven, Heer
  316. Hoop op de Heer, Hij is nabij
  317. Hoor, God, ons roepen of wij gaan verloren
    God, die ons kent en ziet in het verborgen
  318. Hoort en ziet het levend woord
  319. Houd mij in leven, wees Gij mijn redding
    (Psalm 25-gezang [2])
  320. Huldig de Heer, onze sterkte
  321. Iedere tijd opnieuw gaat zijn genade
    Ik zing van ganser harte voor de Heer
    (De lofzang van Maria)
  322. Ik ben de wijnstok
    (Lied van de wijnstok)
  323. Ik geloof in één God, de almachtige Vader
  324. Ik geloof in God de Vader, onze God
  325. Ik geloof in God, de almachtige Vader
  326. Ik groet u vol genade
  327. Ik heb mijn hart tot U geheven
  328. Ik reken erop, nog tijdens mijn leven
  329. Ik sta voor U in leegte en gemis
  330. Ik verheerlijk de Heer
  331. Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
  332. Ik zie de hemel opengaan
  333. Ik zing voor de Heer en ik prijs zijn gezag
    (Het lied van Mozes)
  334. In de schoot van mijn moeder geweven
  335. In de veelheid van geluiden
    (Intochtslied)
  336. In den beginne was het woord
  337. In den beginne was het Woord, God die
  338. In eigen kracht verrezen
  339. In het begin lag de aarde verloren
    (Het lied van het begin)
  340. In stille nacht
  341. In uw diepe droefenis
  342. In uw handen, Heer, leg ik mijn leven
  343. Indien de Heer het huis niet bouwt
  344. Israël trok Egypte uit
  345. Ja, ik kom! Uw wil te doen, mijn God, dat is mijn vreugde
  346. Jezus Christus is het beeld van God
  347. Jezus die langs het water liep
  348. Jezus, om uw lijden groot
    (Een litanie voor de Stille Week)
  349. Jezus, wandlend langs de wegen
    (De tien melaatsen)
  350. Jij die bent: Ik zal er zijn
  351. Johannes doopt in de Jordaan
  352. Jouw leven staat aan het begin
    (Dooplied)
  353. Jubel voor God, alle landen der aarde
  354. Juicht Jahweh toe, heel ´t aardrijk rond
  355. Kind ons geboren, Zoon ons gegeven
  356. Kom met uw Geest ons tegemoet
  357. Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer
  358. Kom toch Heer, om ons te redden
  359. Kom, God, en schrijf uw eigen Naam
  360. Kom, Heer, om ons te redden
  361. Kom, o Heer, en wacht niet langer
  362. Kome over ons uw Geest
  363. Komt allen tezamen
  364. Komt ons in diepe nacht ter ore
  365. Komt, laat ons Christus loven
  366. Kondig het aan: de Heer is verrezen
  367. Kondig het jubelend aan
    (Vocem jucunditatis)
  368. Kwam van Godswege
    (Lied van de Doper)
  369. Kyriale
  370. Kyriale
  371. Kyriale
  372. Kyriale
  373. Kyriale
  374. Kyriale
  375. Kyriale
  376. Kyriale
  377. Kyriale
  378. Kyrie eleison
  379. Kyrie eleison
    Gospodi pomiloej
  380. Laat de kind’ren tot mij komen
  381. Laat groot en klein
  382. Laat ieder ’s Heren goedheid prijzen
  383. Laat juichen heel het koor
  384. Laat ons als weleer
  385. Laat ons bidden in de stilte van ons hart
  386. Laten wij bidden tot God onze Vader
  387. Laten wij bidden tot God onze Vader
  388. Laten wij met verugde en dankbaarheid zingen
  389. Laten wij nooit vergeten wat God heeft gedaan
  390. Laten wij roepen tot God onze Heer
  391. Laudate Dominum
    Loof, zing en prijs de Heer
  392. Licht dat ons aanstoot in de morgen
    (Lied aan het licht)
  393. Licht in onze ogen, redder uit de nacht
    (Intochtslied voor de adventszondagen)
  394. Licht, ontloken aan het donker
  395. Liefde, eenmaal uitgesproken
  396. Lieve Vrouwe van ons land
  397. Lof aan U, Vader, Zoon en heilige Geest
  398. Lof en dank zij U, o Heer
  399. Lof en eer zij U
  400. Lof en heerlijkheid, wijsheid en dank
  401. Lof zij God in de hoogste troon
  402. Looft de Heer, al wat gemaakt is, prijst zijn naam
    (Lied in de vuuroven)
  403. Looft uwe God alle tongen en talen
  404. Luister Heer, verhoor ons bidden
  405. Luister, Heer, wees ons genadig
  406. Maak ons uw liefde, God
  407. Maria, boven allen uitverkoren
  408. Maria, poort van Gods genade
  409. Maria, schone vrouwe
  410. Maria, wij komen u zingende begroeten
  411. Markusmis
  412. Mens voor de mensen zijn, herder als God
  413. Mensen, wij zijn geroepen om te leven
    (Van belofte)
  414. Met de boom des levens
    (Van de boom des levens)
  415. Midden in de dood
    (Media morte)
  416. Mijn God zijt Gij, U wil ik danken
    (Psalm 118-gezang)
  417. Mijn hart zingt voor de Heer: Magnificat
  418. Mijn herder is de Heer
  419. Mijn herder is de Heer, nooit zal het mij aan iets ontbreken
  420. Mijn herder zijt Gij, o Heer
  421. Mijn toevlucht zijt Gij, mijn redder in nood
  422. Mijn volk, wat heb Ik u gedaan
  423. Mijn vrienden zijt gij, zegt de Heer
  424. Mijn ziel maakt groot de Heer
    (De lofzang van Maria)
  425. Missa ad modum gregorianum
  426. Mogen allen één zijn, Vader
  427. Mogen de engelen, boden van licht
  428. Mon âme se repose en paix sur Dieu seul
    Mijn ziel verstilt in rust en vrede bij God
    Myn siel fynt frede en rêst allinne by God
  429. Naam van Jezus die ten dode
    (Naam van Jezus [1])
  430. Naam van Jezus, nu verheven
    (Naam van Jezus [2])
  431. Naar U gaat mijn verlangen Heer
  432. Naar U gaat mijn verlangen Heer I
    (Psalm 25-gezang [1])
  433. Naar U verhef ik mijn handen
  434. Naast het kruis met wenend’ ogen
  435. Niemand leeft voor zichzelf
  436. Niemand van ons leeft voor zichzelf alleen
  437. Niet als een storm, als een vloed
    (Mensen van God)
  438. Niets gaat verloren van wat God ons gegeven heeft
  439. Niets gaat verloren van wat God ons heeft gegeven
  440. Nog maar nauw’lijks uitgeslapen
  441. Nu bidden wij de Heilige Geest
    Wij bidden U, o Heilige Geest
  442. Nu daagt het in het oosten
  443. Nu geef ik U mijn ziel in handen
  444. Nu is het woord gezegd
    (De lofzang van Simeon)
  445. Nu looft en prijst mijn ziel de Heer
  446. Nu mag uw land onder uw glimlach liggen
  447. Nu moet gij allen vrolijk zijn
    (Het ledige graf)
  448. Nu ons het morgenlicht verschijnt
  449. Nu triomfeert de Zoon van God
    Nu zegeviert de Zoon van God
  450. Nu valt de nacht
  451. Nu zijt wellekome
  452. O Christus, Heer der heerlijkheid
  453. O goddelijk alvermogen
  454. O Heer die overwint
    (Van Jaïrus’ dochtertje)
  455. O Heer, verberg u niet voor mij
    (Avondgebed)
  456. O hoofd vol bloed en wonden
  457. O kom, o kom, Immanuël
  458. O Koningin vol heerlijkheid
  459. O licht, vrolijk licht van de hemel
    Rijst op gij die rust in de windsels der nacht
  460. Om Christus die verrezen is
  461. Om de mensen en de dieren
    Eer zij de God van de hemel
  462. Om eenvoudigen van geest
  463. Om niet alleen en onvoldaan
  464. Omdat Hij niet ver wou zijn
  465. Ons heeft de Heer met liefde neergeschreven
  466. Onze hulp in de naam van de Heer
    Hoor ons aan, Eeuwige God
  467. Onze hulp is de naam van de Heer
  468. Onze redding uit het kwade
  469. Onze Vader die in de hemel zijt
  470. Onze Vader die in de hemel zijt
  471. Onze Vader die in de hemelen zijt
  472. Op een God die door de eeuwen
  473. Op U, mijn rots en onneembare burcht
  474. Open de poorten voor de koning der glorie
  475. Open de poorten voor de koning der glorie
  476. Ordinarium
  477. Ordinarium
  478. Oud het leven dat wij leiden
    (Lied om leven)
  479. Over heel de aarde klinkt hun roep
  480. Prijs God die in den hoge troont
  481. Proef en merk op hoe mild de Heer is
  482. Rechtmatig zijn al zijn bevelen
  483. Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien
  484. Redder van de wereld, bevrijd ons
  485. Roept God een mens tot leven
  486. Ruk open, Heer, de hemelpoort
  487. Samen op de aarde
    (Van kerk en wereld)
  488. Samenzijn van ons begeren
  489. Schep in mij een zuiver hart, mijn God
  490. Sta gelovig in het leven
  491. Staat op en weest niet bang
  492. Stem die ons roept, Vader die draagt
  493. Stil ligt de tuin rondom het witte graf
  494. Tastend langs de wand als blinden
  495. Te Kana werd een feest gevierd
    (Het lied van de bruiloft te Kana)
  496. Ten hemel opgevaren is
  497. Ten paradijze geleiden u de engelen
  498. Toen Jezus in zijn uur gekomen was
  499. Toon ons, Heer, uw barmhartigheid en schenk ons uw heil
  500. Tot U, Heer, richt ik mijn geest
  501. Tot U, Heer, stijgt mijn verlangen
  502. Tussen waken, tussen dromen
    (Klein Paaslied)
  503. U Heer zij lof gebracht, U klinkt ons feestlied ter ere
  504. U kennen, uit en tot U leven
  505. U komt de lof toe
  506. U komt de lof toe
  507. U komt de lof toe
  508. U komt de lof toe
  509. U komt de lof toe in alle eeuwen
  510. U zal ik loven, Heer, want Gij hebt mij bevrijd
  511. U zal ik loven, Heer, want Gij hebt mij bevrijd
  512. Uit angst en nood stijgt mijn gebed
    (Uit angst en nood)
  513. Uit de diepten roep ik U, Heer
  514. Uit de graven en spelonken
  515. Uit diepten van ellende
  516. Uit diepten van ellende
  517. Uit Oer is hij getogen
    (Van Abraham, de vader der gelovigen)
  518. Uit uw hemel zonder grenzen
  519. Uw aanblik, Heer, verzadigt mij als ik otnwaak
  520. Uw aanblik, Heer, verzadigt mij als ik otnwaak
  521. Uw gunsten, Heer, wil ik altijd bezingen
  522. Uw Koninkrijk komt, vrede en vreugde
  523. Uw liefde is meer dan het leven
  524. Uw wet, Heer, hoezeer heb ik haar lief!
  525. Uw woord is een lamp voor mijn voet
  526. Uw woord omvat mijn leven
  527. Uw Woord, Heer, heeft wond’re kracht
  528. Uw woorden, Heer, zijn geest en leven
  529. Uw woorden, Heer, zijn geest en leven
  530. Van allen verlaten
  531. Van ver, van oudsher aangereikt
    (Intochtslied)
  532. Vanaf de moederschoot steun ik op U
  533. Vanwaar zijt Gij gekomen
  534. Veel hoger dan Abraham klom
  535. Verblijd u in de Heer te allen tijd
    (Gaudete)
  536. Verborgene naar wie ik tast
  537. Vergeef, o Heer, dat duizendvoud
  538. Verheft uw hart, weest welgemoed
  539. Verhoor mij in uw grote ontferming
  540. Verkondig alle mensen
  541. Verkondigen wij het mysterie van het geloof
  542. Verkondigen wij het mysterie van het geloof
  543. Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht
  544. Verschenen is de mildheid
  545. Vervul ons met uw kracht
  546. Vervul, o heil’ge Geest
  547. Volk van God zijn wij hier samen
  548. Voor de toegewijden
    (Ter gedachtenis van de heiligen ons voorgegaan)
  549. Voor heel de menigte zal ik U prijzen
  550. Voor kleine mensen is Hij bereikbaar
    (Psalm 72-gezang)
  551. Voor mensen die naamloos
  552. Vrede voor alle mensen
  553. Vredevorst kom tot ons
  554. Vriendelijk licht van de heilige Glorie
  555. Vriendelijk licht, dat heel de dag
  556. Waar is de plaats die vrede lacht
  557. Waarlijk, dit is rechtvaardig
  558. Waarom ben ik verlaten
  559. Wachters van de tijd
    (Maranatha)
  560. Wanneer de avond komt
  561. Wanneer gij niet gesproken had
  562. Wanneer ik door de velden ga
  563. Wat altijd is geweest
    (Lied van vandaag en morgen)
  564. Wat de Heer genadig verleende
  565. Wat God doet, dat is welgedaan
  566. Wat vrolijk over U geschreven staat
  567. Wat werd verhoopt te allen tijde
  568. Wat zijn de goede vruchten
    (Van vlees en geest)
  569. Water, water van de doop
  570. Wees bij ons, wees ons een geleide
  571. Wees gegroet Maria, vol van genade
  572. Wees hier aanwezig, woord ons gegeven
  573. Wees mij een rots, Heer, waar ik vluchten kan
  574. Wees mij een rots, Heer, waar ik vluchten kan
  575. Wees mij genadig
  576. Wees niet bezorgd, heeft Hij gezegd
  577. Weest niet bezorgd voor uw leven
  578. Weest niet verbaasd als u de wereld haat
    (Van de samenleving)
  579. Weet gij waarmee het koninkrijk
    (Het mosterdzaad)
  580. Welzalig wie de rechte wegen gaan
  581. Wie als een god wil leven hier op aarde
  582. Wie Gods rechte wegen gaat
  583. Wie in de schaduw Gods mag wonen
  584. Wie ingaat tot dit water
    (Dooplied)
  585. Wie is die God die eeuwig leeft
  586. Wie luistert naar de moeder
  587. Wie naar het altaar gaat
    (Van de broederschap)
  588. Wie ons zijn voorgegaan
  589. Wie oren om te horen heeft
  590. Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God
  591. Wie zal voor God verschijnen
    (Van de hogepriester)
  592. Wie zijn taak als mens vervulde
  593. Wij bidden U om vrede
  594. Wij bidden U, verhoor ons, Heer
  595. Wij bidden U, verhoor ons, Heer
  596. Wij danken U o God
  597. Wij die met eigen ogen
    (Lied tegen de Derde Wereldoorlog)
  598. Wij gaven and’re namen
    (Lied voor de eenheid)
  599. Wij geloven in één God, de almachtige Vader
    Ik geloof in één God, de almachtige Vader
  600. Wij hebben een sterke stad
    (Van de sterke stad)
  601. Wij hebben nood aan uw barmhartigheid
  602. Wij hebben uw goedheid gezien
  603. Wij komen als geroepen
  604. Wij reizen rusteloos
  605. Wij roemen in ’t kruis van de Heer Jezus Christus
  606. Wij roepen, Heer, uw heil’ge naam
  607. Wij wachten op de koning
    (Bij het aansteken van de vier adventskaarsen)
  608. Wij willen samen vieren
  609. Wij zijn de druppels van één stroom
  610. Wij zijn geroepen tot het feest
  611. Wij zijn uw volk, uw broers en zonen
  612. Wij zingen door de tranen heen
  613. Wij zoeken hier uw aangezicht
    Toon ons uw Zoon als bron van licht
    Doorbreek de ban van ons gemis
    Gij hebt uw Woord gestand gedaan
  614. Wijs mij uw wegen, Heer
  615. Wijs ons, Heer, de weg van het leven
  616. Zal er ooit een dag van vrede
  617. Zalig het volk dat de Heer heeft als God
  618. Zalig het volk, door de Heer als zijn erfdeel gekozen
  619. Zalig zij die Jezus’ naam belijden
  620. Zalig zij die zich op de Heer verlaten
  621. Zegene u de almachtige God
  622. Zend uw Geest, en wij worden herschapen
  623. Zeven was voldoende
    (Zeven is voldoende)
  624. Zie ik kom, Heer, om uw wil te doen
  625. Zij zullen de wereld bewonen
    (Ten dage des heils)
  626. Zing een nieuw lied voor God den Here
  627. Zing een nieuw lied, alle landen
  628. Zing jubilate voor de Heer
  629. Zing voor de Heer een nieuw gezang
    (Cantate)
  630. Zingen zal dit huis en juichen
    (naar het Exsultet in de Paasnacht)
  631. Zingt voor de Heer van liefde en trouw
  632. Zo doet het geslacht dat zich richt tot U
  633. Zo lief heeft God de wereld
  634. Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft
    (Het lied van het oprechte vasten)
  635. Zo vriendelijk en veilig als het licht
    (Vriendelijk licht)
  636. Zoals een hert naar water smacht
  637. Zoals een hert reikhalst naar levend water
    (Psalm 42-gezang [2])
  638. Zoals een hert verlangt naar stromend water
  639. Zoals een man zich verheugt in zijn vrouw
  640. Zoals het licht ons verschijnt in de nacht
  641. Zolang er mensen zijn op aarde
  642. Zolang wij ademhalen
  643. Zomaar een dak boven wat hoofden
  644. Zwoegend volk van zwervelingen
    (Het lengen der dagen)